Begeleiding bij het lezen en schrijven

Laatst bijgewerkt op

Op deze pagina vind je aanwijzingen voor het begeleiden van leerlingen bij alle onderdelen van het lezen en schrijven. 

Woordenschat

De kans is groot dat leerlingen met dyslexie minder leeservaring hebben opgedaan dan leerlingen die lezen makkelijk vinden. Dit heeft niet alleen als gevolg dat het technisch leesniveau lager is, maar kan ook voor een achterstand in de woordenschat zorgen. Het is daarom belangrijk om leerlingen strategieën aan te leren om woordbetekenissen te achterhalen. Naast opdrachten die hierin oefening bieden, helpt het ook om het lezen te blijven stimuleren, educatieve programma’s en het (jeugd)journaal te bekijken. Ook daarmee vergroten leerlingen hun woordenschat. Bekijk ook de Praktijkkaart woordenschatuitbreiding voor docenten in het vo.

Blijvende aandacht voor technisch lezen en leesmotivatie

Voor leerlingen op de basisschool blijft het extra oefenen met technisch lezen van belang. Zowel op ondersteuningsniveau 2 als 3 is het belangrijk om deze leerlingen daarin te blijven begeleiden.

In het voortgezet onderwijs is er geen structurele aandacht meer voor technisch lezen. Bij leerlingen in het vo is het noodzaak dat zij de lessen goed kunnen volgen, ondanks de dyslexie. Daarvoor staan op onze pagina’s pedagogische-didactische ondersteuning en sociaal-emotionele begeleiding verschillende voorbeelden gegeven.

Voor alle leerlingen geldt, zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs, dat het belangrijk is om leesmotivatie en leesplezier te bevorderen. Maak bijvoorbeeld voldoende tijd vrij om te lezen. Dit kan voorlezen zijn, maar ook stillezen. Lees een stukje uit een boek voor, of bespreek verschillende boeken zodat leerlingen een idee krijgen waar het verhaal over gaat. Dit helpt bij de boekkeus en verkleint de kans dat ze een boek kiezen wat hen niet aanspreekt. Laat leerlingen zelf op zoek gaan naar interessante boeken en recensies over boeken. Meer tips zijn te vinden op www.lezen.nl, www.lezenvoordelijst.nl en op Karaokelezen: luisteren en lezen tegelijk | Goede kennis van Dedicon.

Begrijpend lezen

Voorwaarden om tijdens het lezen de tekst te begrijpen zijn vlot en accuraat technisch lezen, woordenschat en kennis van de wereld. Vaak kost het technisch lezen leerlingen met dyslexie al zo veel cognitieve belasting, dat ze geen ruimte meer hebben om tot begrip te komen en de juiste leesstrategieën in te zetten. Voor hen is het dus extra belangrijk om goede begrijpend leesstrategieën in te zetten om wel tot tekstbegrip te komen. In de methodes in zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs komen deze strategieën aan de orde. Het is daarbij als leerkracht of docent belangrijk om met een aantal zaken rekening te houden. Bij het aanleren van de strategieën is directe instructie belangrijk, waarbij de strategie wordt voorgedaan door middel van modeling. Zorg dat het leesdoel helder is en strategieën worden ingezet als middel, niet als doel.

Spelling

Net zoals voor technisch lezen, geldt voor spelling in het basisonderwijs dat leerlingen met dyslexie extra ondersteuning nodig zullen hebben. Dit houdt meer begeleide inoefening en herhaling in. In de hogere groepen wordt het steeds belangrijker om te kijken hoe een leerling middels compensatiemiddelen mee kan blijven doen met de klas. Ook in het voortgezet onderwijs zal de nadruk meer liggen op het omgaan met de moeilijkheden bij het spellen, dan op het oefenen met spellen zelf. Laat bijvoorbeeld leerlingen een tekst zien met veel spelfouten en vraag wat de leerlingen hiervan vinden. Welk beeld geeft dit van de schrijver? Lukt het om de tekst helemaal goed te begrijpen? Met andere woorden, laat zien waarom correcte spelling in een tekst van belang is. Geef leerlingen handvatten om ervoor te zorgen dat hun tekst zonder spelfouten wordt geschreven: laat leerlingen elkaars werk nakijken, gebruik regelkaarten of gebruik de spellingcontrole op de computer. Bespreek samen ezelsbruggetjes: hoe lukt het andere leerlingen om de spelling van lastige woorden te onthouden?

Grammatica

Ook grammatica is voor veel leerlingen met dyslexie lastig. Geef zo veel mogelijk gelijk een overzicht van hoe de grammatica in elkaar steekt, voordat er wordt ingezoomd op kleine onderdelen. Ga na of leerlingen de zin begrijpen die ze moeten ontleden. Begrip van de zin helpt bij het toepassen van de grammaticaregels. Besteed daarnaast veel aandacht aan de woordsoorten en laat leerlingen het liefst elke dag hiermee oefenen.

Schrijven

Net als bij begrijpend lezen kunnen problemen bij het schrijven veroorzaakt worden doordat er veel aandacht uit gaat naar de technische vaardigheid, in dit geval spelling. Hierdoor blijft er minder aandacht over voor logische opbouw, samenhang tussen alinea’s of grammaticaal onjuiste zinnen. Een schrijftaak voorbereiden kan al enorm helpen. Door bijvoorbeeld eerst een mindmap te maken van wat er op papier moet komen, worden leerlingen gestimuleerd om alvast na te denken over de structuur van de tekst. Naast een goede voorbereiding is controleren ook een belangrijke stap. Leer leerlingen het onderscheid te maken tussen nakijken op spelfouten en nakijken op inhoud. Dat betekent dat je een tekst beter twee keer kan nakijken, waarbij je per keer de focus op een ander aspect legt. Het hardop voorlezen van een tekst kan ook helpen om fouten eruit te halen. Bekijk ook de Praktijkkaart schrijfvaardigheid voor docenten in het vo.

Spreek met leerlingen die dyslexie hebben af waar ze (extra) gebruik van mogen maken: spellingcontrole op de computer, een klasgenoot die meeleest, of focus op bepaalde spellingregels waardoor niet alle fouten mee tellen.

Lees meer