Zorgplicht

Laatst bijgewerkt op

Dit artikel beschrijft de zorgplicht die scholen hebben voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben en de zorgplicht voor de kwaliteit van het onderwijs.

Passend onderwijs

Scholen moeten ervoor zorgen dat een leerling die extra begeleiding en ondersteuning nodig heeft een passende onderwijsplek krijgt op de school waar de leerling op zit of op de school waar de leerling wordt aangemeld (Artikel 40 Wet op primair onderwijs (WPO), Artikel 27 Wet op voortgezet onderwijs (WVO)). Deze passende onderwijsplek kan op de school zelf zijn of in overleg met ouders op een andere school binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Hiermee wil de overheid voorkomen dat leerlingen van school naar school worden gestuurd.

Ondersteuningsplan en schoolondersteuningsprofiel

Het Samenwerkingsverband stelt (in samenwerking met de schoolbesturen) een ondersteuningsplan op ( artikel 18a lid 8 WPO en artikel 2.47 lid 9 WVO 2020). Hierin staat onder andere uit gewerkt welke voorzieningen uit de basisondersteuning op elke school aanwezig zijn. Deze basisondersteuning is hetzelfde voor alle scholen binnen een samenwerkingsverband, maar kan verschillen tussen samenwerkingsverbanden. Ondersteuning bij dyslexie en dyscalculie valt onder de basisondersteuning die door de school zelf wordt geboden. In een schoolondersteuningsprofiel of in de schoolgids is door de scholen uitgewerkt hoe de basisondersteuning er precies uitziet zodat ouders weten welke zorg zij van een school kunnen verwachten.

Naast basisondersteuning wordt in het ondersteuningsplan er ook aangegeven welke extra ondersteuning geboden kan worden. Deze extra ondersteuning kan verschillen tussen scholen. Om dit te realiseren ontvangen Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs hier geld voor. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin de begeleiding die een leerling krijgt wordt beschreven.

Kwaliteit van onderwijs

Scholen hebben ook een zorgplicht voor de kwaliteit van het onderwijs (Artikel 10 WPO, Artikel 23a WVO). Vanuit een stelsel van kwaliteitszorg dragen scholen er zorg voor dat leerlingen een ontwikkelproces doorlopen dat niet of zo min mogelijk wordt onderbroken. Het onderwijs wordt daarbij afgestemd op de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen.

In de jurisprudentie (uitspraken van rechters) wordt dit wat uitgebreider beschreven:

Basisonderwijs: “Van een redelijk bekwaam en redelijk handelende school mag niet alleen worden verwacht dat deze zich voldoende inspant voor het behalen van goede onderwijsresultaten, maar ook dat – meer specifiek – voldoende maatregelen worden getroffen indien de schoolprestaties van een leerling achterblijven. Deze verplichting gaat verder dan het enkele signaleren van een achterstand, maar vraagt ook dat de school daarbij aangeeft welke mogelijkheden en onmogelijkheden de school heeft om de achterstand weg te werken, zodat op basis daarvan bekeken kan worden of, en zo ja, welke ondersteuning verder nodig is en hoe die ondersteuning dan georganiseerd dient te worden.”

Bron: uitspraak van 11 april 2012 (ECLI:NL:RBBRE:2012:BW3199)

Voortgezet onderwijs: “De zorgplicht voor de kwaliteit van het onderwijs en de bijbehorende leerlingenbegeleiding en hun ondersteuning moet onder de inspanning van een redelijk bekwame en redelijk handelende onderwijsinstelling gericht zijn op een zodanige ontwikkeling van de leerling dat deze, met zijn ontwikkelingsmogelijkheden en met de redelijkerwijs van hem te vergen inzet, in staat wordt gesteld te voldoen aan de voortgangsnormen en, uiteindelijk, met een redelijke kans van slagen op te gaan voor een bij zijn kwaliteiten en mogelijkheden passend eindexamen. (…) Wanneer een leerling echter achterblijft en niet presteert zoals deze redelijkerwijs zou (moeten) kunnen, dan zal de onderwijsinstelling dit tijdig moeten onderkennen en in het kader van hetgeen in redelijkheid van haar mag worden verwacht, passende en concrete maatregelen dienen voor te stellen en/of te nemen, toegespitst op de specifieke situatie van de individuele leerling.”

Bron: arrest van 21 november 2017 (ECLI:NL:GHARL:2017:10195)

Deze uitspraken houden in dat wanneer een school signaleert dat een leerling achterloopt in zijn of haar ontwikkeling de school de benodigde passende ondersteuning moet geven (binnen redelijke grenzen). Wanneer de school niet de mogelijkheid heeft om de benodigde ondersteuning te bieden, moet gekeken worden hoe deze ondersteuning op een andere manier georganiseerd kan worden.

Verbeteren van de kwaliteitszorg

Van scholen wordt ook verwacht dat maatregelen worden vastgesteld indien verbetering nodig is van de wijze waarop kwaliteitszorg wordt geboden en hoe het stelsel om deze kwaliteitszorg te leveren is ingericht (Artikel 10 WPO, Artikel 23a WVO).

Met betrekking tot het verhelpen van lees- en spellingproblemen hebben niet alleen de leerkrachten en docenten een essentiële rol in het voorkomen, vroegtijdig signaleren en verhelpen van de lees- en spellingproblemen. Ook op schoolniveau moet sprake zijn van voldoende ondersteuning, samenwerking en middelen om de soms intensieve en tijdrovende begeleiding van leerlingen met lees- en/of spellingproblemen mogelijk te maken. Geprotocolleerd werken vraagt zowel op groepsniveau, op schoolniveau als op bovenschools niveau om een goede organisatie, waaraan verschillende betrokkenen een belangrijke eigen bijdrage moeten leveren. De wijze waarop dit gebeurt, maakt deel uit van het schoolbeleid.

Stand van zaken in kaart brengen

Om op school de stand van zaken in kaart te brengen met betrekking tot het onderwijs en ondersteuning van leerlingen met lees-, spellingproblemen en dyslexie zijn de volgende scans ontwikkeld:

Met deze instrumenten kan in teamverband het (voorbereidende) lees- en spellingonderwijs en de begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen en dyslexie in kaart worden gebracht. De instrumenten richten zich daarbij niet alleen op de uitvoering in de praktijk (operationeel), maar ook op het tactische niveau (schoolleider, ib’er, zorg-/ondersteuningscoördinator) en de rol van strategische partners zoals het schoolbestuur, het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en de gemeente.

Op basis van de resultaten kan gezamenlijk bekeken worden wat er al goed gaat én welke onderdelen of aspecten verbetering behoeven. Om dit verantwoord te kunnen doen bieden de Scans sturingsindicatoren die richting geven aan eventuele volgende stappen.

Lees meer

Hier is uitgebreide informatie te vinden over de Wet passend onderwijs.

Kennisbank voor ouders over passend onderwijs

Informatie over en publicaties van het Steunpunt Passend Onderwijs.

In hoofdstuk 8 van dit proefschrift wordt ingegaan op de zorgplicht voor de kwaliteit van onderwijs.

Informatie over de manieren waarop het verzamelen en analyseren van data kan helpen bij het verbeteren van de organisatie van het lees- en spellingonderwijs.