Signaleren in de kleutergroepen

Laatst bijgewerkt op

Natuurlijk is het zo dat pas in groep 3, na formeel lees- en spellingonderwijs, kan worden bepaald of er sprake is van problemen met lezen en spellen. Er kan echter bij kleuters al wel in kaart worden gebracht welke kinderen dreigen te stagneren in hun ontwikkeling van beginnende geletterdheid. In dit artikel wordt uitgelegd op welke aspecten gelet kan worden.

Uit onderzoek zijn verschillende voorspellers van lees- en spellingproblemen en dyslexie bekend die bij kleuters gesignaleerd kunnen worden. Deze zijn na te gaan in gesprekken met ouders, maar ook door middel van observaties en/of het afnemen van taken bij de kinderen. Door deze risicofactoren in de gaten te houden op deze jonge leeftijd kan al in een vroeg stadium ondersteuning worden gegeven wanneer de leerling een risico loopt op latere lees- en spellingproblemen. Dit is belangrijk in de preventie van lees- en spellingproblemen en dyslexie.

Benieuwd hoe jouw school er voor staat op het gebied van preventie? Gebruik dan de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen om dit in kaart te brengen.

Risicofactoren

Er zijn een aantal factoren die op basis van onderzoek als voorspellers worden gezien van lees- en spellingproblemen en dyslexie. Hieronder volgt een opsomming waarbij per categorie de factoren staan genoemd:

  • Genetische factoren
    • Dyslexie komt voor in de familie
  • Spraak- en taalontwikkeling
    • Moeite met uitspraak klanken
    • Moeite met vormen van goede zinnen
    • Kleine woordenschat
  • Fonologisch en fonemisch bewustzijn
    • Moeite met hakken van een woord in losse klanken, bijvoorbeeld /boek/ naar /b/ /oe/ /k/
    • Moeite met samenvoegen van losse klanken tot een woord, bijvoorbeeld het plakken van /b/ /oe/ /k/ tot /boek/
    • Moeite met weglaten van klanken in een woord, bijvoorbeeld het weglaten van de /r/ in /broek/, je houdt /boek/ over
    • Moeite met het herkennen van een klank in een woord
  • Actieve letterkennis
    • Moeite met het onthouden van letter-klankkoppelingen
  • Benoemsnelheid
    • Moeite om snel en goed reeksen letters, plaatjes of cijfers te benoemen
  • Non-woord repetitie
    • Moeite om niet bestaande woorden na te zeggen

Er zijn daarnaast ook nog factoren te benoemen die op basis van ervaringen van leerkrachten naar voren komen:

  • Moeite met het begrijpen van complexe vragen, terwijl ze het antwoord wel weten
  • Moeite met het onthouden of ophalen van namen uit het geheugen
  • Moeite met het opnoemen van dagen van de week
  • Moeite met het ordenen van objecten
  • Moeite om op woorden te komen

Signaleringsinstrumenten

In het Protocol Preventie van leesproblemen - groep 1-2 (2017) worden verschillende voorbeelden gegeven van observatielijsten en signaleringsinstrumenten om de voortgang van de taalontwikkeling en de beginnende geletterdheid van kleuters te kunnen monitoren. Voorbeeld hiervan is de Signaleringslijst voor kleuters 2.0. Ook de Kleutertaken kunnen een beeld geven hoe ver een kind is op een bepaald gebied. Zoals de taken snel benoemen kleuren en letters. Deze geven inzicht in twee belangrijke voorspellers van leren lezen: actieve letterkennis en benoemsnelheid. Kijk voor meer informatie over wanneer en waarom de kleutertaken gebruikt kunnen worden op deze pagina over kleutertaken